Een rotnacht
hebben we gehad. Om het uur een nieuwe vulling voor je infuus en dan nog dat
stoom apparaat wat pruttelt. Hopelijk wordt je gauw geholpen. De zuster komt
vertellen dat je antibiotica, die gister zo’n pijn deed in je infuus, nu met
een drankje ingenomen mag worden, dit doe je weer goed.
Je mag niets
eten of drinken want je moet nuchter zijn voor de OK. De dokter van de ic komt
langs samen met de KNO, ze zullen kijken of het vandaag nog gaat lukken maar er
is geen plaats op dit moment op de ic voor de nabehandeling. Ze vinden je ook
minder benauwd op dit moment, dat vind ik ook en ik heb vannacht voor het eerst
ook geen kikker gehoord in je keel. Afwachten dus maar weer.
Om 10.30 uur komt
opnieuw tijdens het gesprek met de anesthesist de KNO arts binnen om met
zekerheid te zeggen dat het vandaag niet lukt. Balen. Wel legt ze uit dat als
het een korstje is ze daarmee bedoelt dat het aangekoekt slijm is. Dat geeft
mama wel wat meer hoop omdat het past in het hele plaatje dat ik je de laatst
tijd zo slecht vind ophoesten en jij hebt net als mama altijd erg taai slijm en
snot. Hopelijk zorgt dit voor de vernauwing want dan hoef je geen nieuwe
canule. Ook vertelt ze dat het litteken in de luchtpijp verticaal is en niet
horizontaal zoals gister eerst gedacht want dat zou ook minder goed zijn. Nou
afwachten maar weer. De anesthesist beloofd dat je narcose krijgt via het
infuus, dus geen kapje waar je zo bang voor bent, en mama mag met je mee naar
binnen.
Dan komt ondertussen de pedagogisch medewerkster ook
binnen en je mag even met haar mee naar de snoezelkamer. Daarna ben je toch
weer erg benauwd en we besluiten dat je de rest van de dag toch in bed moet
blijven en rustig moet doen. Van rusten komt niks, je bent te onrustig.
’s Middags
komt de ergotheropeute nog langs en de fysio dat vind je wel een
aangename verrassing, maar verder ben je erg dwars en verveel je je heel erg.
Je houdt mama aardig bezig.
’s Avonds saté met brood gehaald voor je want de
groente wordt natuurlijk niks. Na het eten ben je erg verdrietig en vertel je
dat je bang bent voor de canule en ook dat je jouw zusje en papa zo mist. Je hebt
het erg moeilijk en dat is ook begrijpelijk, je doet alles zo goed en gaat zo
fantastisch vooruit en dan gebeurd dit het is gewoon oneerlijk. Samen huilen we
en bellen nog even naar huis. Mama vertelt het probleem aan de dokter en dat
het toch wel wenselijk is dat je morgen geholpen wordt omdat deze spanning
ondragelijk is voor je.
Jouw nog een
verhaaltje uit Robin en knor vertelt en toen ben je gelukkig rustig in slaap
gevallen en is mama dit verhaal weer aan het opschrijven.
Je ben echt een
super kanjer en ik hoop dat je morgen geholpen wordt en dat het positief
uitpakt want dat verdien je – dikke dikke kus.